Hieronder een ietwat afwijkend verhaal. Het betreft Dentje, zie september 2009. Ik heb hem in de zomer van 2010 ontmoet en het verslag gaat over de gevolgen van mijn onnozele besluit om met die man op vakantie te gaan. Vakantieperikelen dus. Dit verslag is oorspronkelijk geschreven voor vrienden en kennissen en daarmee heb ik mijn frustratie over deze vakantie van me af geschreven. Uiteraard kenden alle mensen die het verslag hebben gekregen de man in kwestie niet.
De introductie van een merkwaardig mens
Ik kom in contact met Karel. Aardige mails, beetje saai, beetje veel zelfs, maar ach, niet te kritisch.
Karel heet natuurlijk niet Karel. Ik ken vier verschrikkelijke mannennamen, Karel, Klaas, Hendrik en nog één en zo heet ie.
Ik noem hem dus Karel.
Een paar van zijn mails stuur ik naar Vera, een vriendin. Ik vraag haar mening over Karel. Een control freak, schrijft ze. Ik, onnozelaar, vraag aan Karel of hij een control freak is. NEE !!, dat is Karel niet.
Op zondag 18 juli gaan Karel en ik samen eten en het is best gezellig. Karel als persoon is niet echt aan mij besteed. Bij de eerste ontmoeting noteer ik borstels uit oren en neus, en als ik uit zeg, bedoel ik uit. Op zijn oorlellen groeien ook bossen haar met als toppunt een haar van minstens twee centimeter die uit zijn linkeroorrand steekt. Ik dacht nog, knipperlichtje erop en hij kan zonder omkijken de bocht nemen.
Karel heeft een duidelijk hoorbaar kunstgebit. Het klappert de hele tijd. En zeg dat maar eens tegen zo'n man… dat doe je niet. Net zo min als je zo'n man adviseert bij de Lidl een neushaartrimmer aan te schaffen. € 6,95 en je bent met weinig tot geen inspanning verlost van die snot- en oorsmeer verzamelende bossen.
In vroeger tijden, op kantoor, konden die bossen uit de oren nog weleens van pas komen. Collega's in het bezit ervan, hadden doorgaans schonere telefoonhoorns dan collega's met bosloze oren. Misschien konden de beboste collega's de bossen desgewenst op roteren zetten?
Heb ik al gezegd dat hij schilfert?? Ja, Karel schilfert. Daar kan de schat natuurlijk niets aan doen, hij heeft er zelfs een smeerseltje voor, maar ondanks dat schilfert hij gestaag voort. Mijn jongste dochter herkent het verschijnsel meteen als ik het vertel. Tja, ze werkt in een brillenwinkel, veel oude mensen, schilferen schijnt er zo'n beetje bij te horen…..
De schilfers liggen in veelheid op het stuur van zijn auto. De schilfers liggen op de leuning van mijn bank, mannen vinden het op een of andere manier mannelijk en imposant om met de armen wijd op de bank te gaan zitten. Ik moet stofzuigen als Karel geweest is. Ze liggen vast op nog meer plaatsen, ik durf niet eens na te denken over waar.
We eten dus, onder het voortdurend getikketik van Karels kunstgebit. Maar, Anja, niet te kritisch, daar kan wat aan gedaan worden, evenals aan dat overtollige haar. Het zijn uiteindelijk geen nare karaktereigenschappen. Nee, dat niet, maar het zegt wel iets over iemand als hij zich niet verzorgt.
Karel draagt bij deze ontmoeting een wit overhemd en een keurige zwarte pantalon. En dat terwijl hij daar een uitdrukkelijke vraag over heeft gesteld. Hij was op dat moment met vakantie in Limburg, kamperen, en ik gaf als antwoord dat het tenue dat hij daar droeg prima was voor een etentje in een modaal restaurant op een bloedhete dag. Desondanks wit overhemd en zwarte pantalon. Met molières en beige sokken. Maar… niet te kritisch.
Karel vroeg mij in de mails of ik van kamperen houd. Ik heb voorgesteld het antwoord te bewaren voor de eerste ontmoeting. Dan vertel ik hem het volgende:
In vroeger dagen, toen ik getrouwd was, hadden we een caravan. Als de caravan uit de stalling werd gehaald, zo rond pasen, en ik stapte erin en rook de geur, was ik al helemaal in een jubelstemming. 's Zomers vertrokken we voor zes, zeven weken en ik vond het totaal genieten. Nooit gedacht dat dat gevoel zou veranderen maar…
Zo'n zeventien jaar geleden ging ik een weekje met een collega op een Limburgse camping staan. Op een avond viel het ineens op me: dit is de laatste keer dat ik dit doe. Ik heb het helemaal gehad. 's Nachts met je blote voeten door het natte gras naar de wc, 's morgens douchen in een naar ochtendurine stinkend toiletgebouw, ik kan daar niet tegen, krijg peristaltische bewegingen van die lucht, en niet te vergeten de muggen die mij iedere avond en masse aanvallen.
Gezoem rond m'n hoofd, geprik overal, de ene laag Azaron bedekken met de volgende. Alle Limburgse muggen hadden elkaar via de tamtam laten weten dat er op die camping een bijzonder appetijtelijk vrouwmens zat.
Ik had het opeens helemaal gehad en nam me voor nooit meer te gaan kamperen.
Het mag Karel na dit verhaal duidelijk zijn dat er met mij niet te kamperen valt.
Na het etentje drinken we koffie bij mij thuis en het is best aangenaam. Met Karel is een gesprek te voeren, dat is op zich al zeer plezierig aangezien dat met de meeste exemplaren van het mannelijk geslacht alleen mogelijk is als het over hemzelf gaat. Dan doet zich alleen op de momenten dat zo'n man naar adem hapt even de mogelijkheid voor iets te berde te brengen.
Karel is socioloog. Dat bevalt me wel. Techneuten zijn doorgaans te rationeel, beetje te laag EQ, een socioloog zou weleens geheel anders kunnen zijn. Denk ik.
Op donderdag 15 juli volgt een dagje Breda omdat Karel daar moet zijn en hij vraagt of ik mee ga. Wel het is zomer en ik heb vakantie, waarom niet.
Ik noteer dat Karel een bezoek heeft gebracht aan een kapper die de borstels heeft bewerkt. Ze zijn nog duidelijk aanwezig, maar steken niet meer uit. Ook de richtingaanwijzer is onder het vlijmscherpe kappersmes gesneuveld.
De volgende dag is de aanwezigheid van Karel in Oostende gewenst en wederom ga ik mee. Heerlijk weer, leuke stad, mooie boulevard waar we heerlijk gegeten hebben.
Enkele dagen later komt Karel bij mij eten, hij arriveert 's middags. Hij heeft, zo zie ik vrijwel meteen, een etensrest van formaat tussen de tanden zitten. Niet eens even de moeite genomen het gebit te reinigen na de lunch en voor hij op bezoek gaat. Ik zie het stuk steeds tussen twee voortanden zitten en op een bepaald moment zit het op zijn lip. Ja, lach maar. Even daarna is het verdwenen en zie ik hem erop kauwen. Op dat moment haak ik voorgoed af, stel je voor dat je met zo'n man moet zoenen. Yech.
Maar… niet te kritisch.
Vervolgens ga ik bij Karel eten. Op het aanrecht van Karel liggen geplastificeerde halve A-viertjes waarop geprint wat hij die dag moet doen. Hoezo control freak?? Vandaag liggen er twee: planten buiten water geven en afvalbakken op de stoep zetten. Ik schiet in de lach. Maar nee, dit is niet om te lachen, dit is een zeer serieuze aangelegenheid. Hij heeft een la vol met van die geplastificeerde kaartjes en legt iedere morgen de dagtaak gereed op het aanrecht.
Als we gaan koken, gaat er hier en daar een la open. In de bestekla zie ik dat alle messen en lepels in slagorde liggen. Lepeltje lepeltje zogezegd. Het is uiterst knus, daar in die la, misschien komen er wel kleine lepeltjes van.
Dit is toch het moment waarop ik had moeten weten dat onderstaand voorstel alleen maar met 'nee' beantwoord kon worden??
Welk voorstel?? Nou dit:
Voorafgaand aan dit feestelijke gebeuren heeft Karel mij een mail gestuurd waarin hij terugkomt op een eerdere vraag.
Karel heeft plannen om naar Denemarken te gaan, er wonen daar bekenden. Hij is er als lid van een studentenorkest veertig jaar geleden voor het eerst geweest en heeft altijd contact gehouden met het toenmalige gastgezin. Hij gaat minimaal één keer per jaar die kant uit.
Omdat het eerste bezoek nu veertig jaar geleden is, wil Karel de Denen op een etentje trakteren. Hij heeft me in een mail gevraagd of ik zin heb mee te gaan.
Dat heb ik niet. Althans niet dringend. Het kan best leuk zijn maar ook vreselijk zonde van mijn vrije tijd. Dat is natuurlijk moeilijk uit te leggen nu heel Nederland van mening is dat vakantie een eerste levensbehoefte is, maar voor mij zou op vakantie gaan onder werktijd moeten kunnen, zodat mijn vrije tijd gewoon intact blijft.
Ik antwoord Karel dat we daar tijdens mijn bezoek over zullen praten, want…. Karel heeft me inmiddels laten weten mij wel leuk te vinden en andersom is dat beslist niet het geval en het gaat, voor zover ik dat kan inschatten, ook niet gebeuren.
Ondanks dat staat mijn foto al op het display van Karels telefoon.
Na de maaltijd vertel ik Karel dat ik zijn warme gevoelens niet kan beantwoorden en vraag of hij dan toch samen op vakantie wil. Ja hoor, Karel wel. Ik besluit mee te gaan. Weer zo'n domme beslissing van mij, een exercitie waarvan ik van te voren al weet dat het tot mislukken gedoemd is, maar toch ja zeggen. Want… niet te kritisch. Het kan best leuk zijn……. Denk ik.
De eerste geliefde van Karel spaarde vingerhoedjes, uit alle windstreken, ze staan allemaal in een vitrinekast. De tweede liefde van Karel vond dat zo'n leuke hobby dat ze ook vingerhoedjes is gaan sparen. Misschien speelt Karel wel met het idee dat ik, als we samen op kampeervakantie zijn, ook de souvenirwinkels af ga struinen, belust op vingerhoedjes.... Ik dacht het niet.
Nu jullie Karel een beetje kennen, volgen hieronder de verhaaltjes over de vakantie met Karel.
Karel en het automobiel
Karel heeft een Volvo SUV in een prachtige kleur donkergrijs. Als je van dichtbij kijkt, zie je er allemaal glittertjes in. Mooi.
Ik ben helemaal weg van alle nieuwe snufjes. Karel heeft bij het bestellen van de auto, nog geen jaar geleden, alle extra's aangekruist die er aan te kruisen vielen, behalve de kinderzitjes.
De auto zit vol camera's. Voor, achter en onder de spiegels. Als er een auto in de dode hoek zit, registreert de camera dat en brandt er binnen bij de spiegel een rood lichtje.
Dat wat in mijn bolide gewoon een cd-speler is, is hier te veel om op te noemen. Veel dingen worden op het stuur geregeld. Dat is handig. Ook het volume van het geluidscomponent, dat vijf cd's kan bevatten, uiteraard met mp3's gevuld. Er zit dus voor ongeveer drie jaar muziek in de speler.
Voor alles is er één afstandsbediening, zowel voor Miep die de weg wijst, als voor het geluidscomponent.
Ik heb voor het eerst gereden met cruise control maar niet zomaar een cruise control. De auto houdt vanzelf in als de cc van mening is dat de voorganger te dicht wordt genaderd. Als je vervolgens gaat passeren, trekt de auto vanzelf weer op.
Je hoeft eigenlijk niks te doen. Helemaal geweldig.
De airco kan apart geregeld worden, chauffeur en passagiersstoel. Bij mij staat ie op 23º en bij Karel op 18. Perfect.
Minpuntje: iedere keer als je per ongeluk over de streep rijdt, en echt, ik zou gezworen hebben dat ik nooit over de streep rijd maar het gebeurt, en vaker dan je denkt, klinkt er in de auto piengeliengeliengelieng. Als je eerst richting hebt aangegeven, doet ie dat niet, dan snapt ie dat je gaat passeren. Daar is over nagedacht.
Dat piengeliengeliengelieng vind ik storend. Dat zou ik meteen uitzetten. Het is uiteraard bedoeld om je wakker te laten schrikken als je in slaap valt maar dan lijkt het mij voldoende de functie 's avonds aan te zetten want...
Als de bestuurder concentratieverlies vertoont, en dat wordt voortdurend gemeten door de boordcomputer, ploept er een driver alert tevoorschijn op het dashboard met het pictogram van een kopje koffie. Ja, Volvo denkt met u mee. Of was dat de NMB??
Het geluid dat aangeeft dat je je gordel nog niet om of al uit hebt, mag van mij ook de nek omgedraaid. Aangezien ik
meer herseninhoud heb dan een half ons plankton (vrij naar Youp van 't Hek), weet ik zelf wel of ik mijn gordel om heb.
Bij het sluiten van de deuren, draaien de spiegels naar binnen. Ik heb al vaker auto's geparkeerd zien staan met naar
binnen gedraaide spiegels en dacht dan 'wat een sukkels'. Nu begrijp ik dat die mensen er niks aan kunnen doen.
Maar zo kinds als mannen doen over hun auto, dat snap ik dan weer niet. We hebben het over zijn majestueuze auto en ik vraag aan Karel of hij voor hetzelfde bedrag een Mercedes had kunnen kopen. 'Zeer zeker wel', zegt Karel, 'maar dat heeft één nadeel'. 'Wat dan?' 'Het is geen Volvo.'
???????
Karel en de onderwegse voorzieningen
Voor we op woensdag 4 augustus naar Denemarken vertrekken, deelt Karel via de mail mee dat hij voor onderweg twee thermosflessen meeneemt, één met zijn koffie en de andere kan ik met mijn koffie vullen als hij mij ophaalt. De reden waarom is gelegen in het kostenaspect, want als je iedere keer bij een wegrestaurant moet stoppenn, wat moet dat wel niet kostenn!! Denemarken is 10 uur rijden, hoe vaak kan het zijn??
Niet alleen thermosflessen gaan er mee maar ook een halfje brood, beleg, jam, pakjes drinken bij de vleet en borden en bestek. Karel heeft, om dat allemaal vers te houden, een koelbox op stroom in de auto.
Daar sta ik dus, 61 jaar, langs de snelweg uit de kofferbak te eten en te drinken om twee euro uit te sparen voor een kopje thee. De man rijdt een auto die vier keer mijn netto jaarsalaris kost en hij betaalt een bedrag aan wegenbelasting zo groot als mijn maandbudget voor boodschappen maar een kopje koffie in een wegrestaurant, dát is te duur.
Als ik daar, tussen de geparkeerde vrachtwagens, van mijn koffie sta te nippen, voel ik me zo'n ongelofelijke loser. Ik ben toch echt te oud geworden voor zulke dingen. Flikker toch op met je thermoskannen en je koelbox.
Karel en het flitsende voorkomen
Nog een paar uiterlijkheidjes. Gedurende de hele vakantie draagt Karel een poloshirt en zo'n 7/8ste broek met veel zakken. Die broeken zijn allemaal te groot, Karel is namelijk sinds de aankoop afgevallen. Volgens mij hoort zo'n broek strak om je achterste te zitten en daarna pas wijd te worden. De broeken van Karel zijn overal wijd maar daar heeft hij het volgende op gevonden: hij draagt bretels. Onder zijn poloshirt. Niks mis mee, zou je denken (nououou), maar die bretels staan te strak. Daardoor worden zijn broeken aan de achterkant omhoog getrokken zodat ze tussen de billen kruipen. Geen gezicht. Maar ja… zeg dat maar eens.
Bij het besluiten tot een andere, maar dezelfde, broek, verplaatst hij eerst de bretels en trekt pas daarna de broek aan. Ze blijven dus altijd te strak zitten.
In de borstzak van zijn poloshirt draagt hij zijn I-Phone. Als het een gestreept shirt is, zitten de strepen door het gewicht van de I-Phone aan de linkerkant centimeters lager dan aan de rechterkant.
Karel loopt met uitwaaierende benen, hij zwaait met de armen als een grenadier, en zijn schouders zijn altijd opgetrokken.
Ik moet steeds aan een gorilla denken. Visualiseer dat loopje even in combinatie met het overtollige haar, de schilfers, de tussen de billen getrokken broek, luister naar het getikketik van zijn gebit, en dan heb je enig idee hoe gelukkig ik hiervan werd.
Alles beweegt aan die man. Zijn vingers bewegen constant, als hij met zijn armen over elkaar zit zie je aan de spierbewegingen dat zijn vingers gewoon doorgaan met bewegen. Als hij zit, beweegt minimaal één van zijn benen onophoudelijk. Op de terugweg, Karel aan het stuur, heb ik de seconden tussen de ene beweging en de volgende proberen te tellen, ik ben geen een keer verder gekomen dan één seconde en hup, daar gaat het been weer. Dit lijkt toch verdacht veel op de gekke-koeienziekte.
Klap op de vuurpijl. Karel heeft tijdens deze vakantie voor de noodzakelijke soignering drie dingen bij zich: shampoo, doucheschuim en deo. Geen tandpasta, geen tandenborstel en een doosje frisse Kukident heb ik ook niet gezien. 's Avonds op de badkamer is Karel in no time gereed voor de nacht en ik heb hem niet horen tellen bij een glaasje met een grijnzend kunstgebit. Hij kan dus hooguit dat gebit even onder de kraan hebben afgespoeld en hup, er weer in.
Wat doet hij wel? Iedere keer als we ergens iets gegeten hebben, veegt Karel met het servet eerst zijn mond af en daarna zijn tanden. Eerst de ene kant, dan de andere, en vervolgens bekijkt hij, voor hij zijn servet neerlegt, het resultaat. Nee, ik heb niet gevraagd of ik ook even mocht kijken.
Ik denk echt dat dit alles is wat er met het klapperende kunstgebit aan reiniging gebeurt. Yech.
Karel en het polster
We rijden naar Denemarken in twee dagen. Lekker op het gemak. We overnachten in een hotel tussen Bremen en Hamburg, in Sottrum.
Het kussen op het bed is, zoals in de meeste hotels, zo slap dat je er eng van wordt. Alsof je lucht in je handen hebt. Ik wil een extra kussen en er ligt er geen in de kast. Ik moet er dus om vragen maar hoe heet kussen in het Duits??? Karel pakt zijn I-Phone en zoekt het op. Polster moet het zijn. Zegt Karel.
Als we door het hotel lopen, komen we de eigenaar tegen en ik vraag hem, in de waarschijnlijk ijdele hoop dat het een beetje verstaanbaar Duits is: 'Bitte, haben sie ein extra Polster für mich?'
De man kijkt alsof hij zojuist in een onomkeerbare coma is terechtgekomen. Ik maak ter verduidelijking de beweging van hoofd opzij, handen eronder, en jawel hoor, ik heb beet, hij begrijpt het. Het heet Kissen, zegt hij, Kopfkissen. Polster is stoffering, legt hij uit, en hij wijst op de wand.
Je zal het maar meemaken, komt er een oude taart uit Holland om extra stoffering vragen. Ik ben daar nog jaren het klapstuk van iedere verjaardag. De man moet gedacht hebben dat ik net ontsnapt was.
Karel en het waterkokertje
Karel heeft ook een waterkokertje meegenomen. Voor 's avonds in het hotel. Anders moet je koffie aan de bar drinkenn en dat is veel te duur. Een waterkokertje dus.
Hij heeft mij gevraagd een pakje thee mee te nemen van het soort dat ik graag drink en hij heeft twee potten Nescafé, zowel cappuccino als gewone, bekers, lepeltjes en een theedoek. Karel is van alle gemakken voorzien.
In Duitsland vertrekken we na één nacht en dan zit het waterkokertje weer in de koffer. Karels koffer uiteraard, ik zou geweigerd hebben zoiets te vervoeren.
Ik zet in de volgende hotels de schaamte van me af voor het kamermeisje die aan dat waterkokertje en de uitgestalde pakjes thee en aanverwante artikelen kan zien wat een krenten op deze kamer logeren.
Volgens mijn jongste dochter zie ik dit verkeerd want er staat tegenwoordig in diverse hotels een waterkoker in de kamers. Vast ontstaan doordat benepen Hollanders er zelf één meebrachten…
Karel en de motorkettingzaag
Ik heb Karel bij het ja zeggen tegen deze vakantie gevraagd of hij snurkt. NEE !!! Karel niet. En hoewel ik weet dat alle snurkers het ontkennen (waarom in godesnaam, poepen ze ook niet?), heb ik getwijfeld of ik mijn oordopjes wel zou meenemen. Goddank heb ik ze bij me.
Zodra Karel slaapt, en dat is supersnel want hij slikt slaaptabletten, begint er een oorverdovende herrie.
Doorgaans snurken mannen wel en niet, dat wil zeggen niet de hele, godganse nacht. Karel wel, onophoudelijk,
geen enkele ademhaling is snurkloos. Ondanks de dopjes lijkt het of ik bij een motorkettingzaagcursus ben
terechtgekomen.
Ik trek de punt van het dekbed tussen mijn schouder en mijn oor, leg er het extra polster op, en hoop hiermee het geluid zodanig te dempen dat ik in slaap kan vallen. Nee dus.
Gelukkig heb ik in den vreemde ook slaaptabletten bij me. Na een uur verwoede pogingen de slaap te vatten, heb ik er één ingenomen.
Uiteraard hangt Karel de volgende dag de vermoorde onschuld uit.
Mannen!!!
Karel en zijn verkoudheid
Vanaf de eerste dag in Denemarken is Karel verkouden. En hij hoest.
Hij hoest aan het ontbijt, tijdens het koffiedrinken, hij hoest tijdens de lunch, tijdens de middagstop en tijdens het diner maar hij hoest vooral 's nachts. Onbedaarlijk, lawaaierig, nadrukkelijk gehoest. Niet een beschaafd droog kuchje maar echt zo'n natte hoest waardoor ik me hele dagen en nachten in een wolk van bacteriën voel zitten en liggen. Ik durf amper te ademen.
Natuurlijk kan de man er niks aan doen. Maar dan toch…
Als je verkouden bent, moet je je neus snuiten. Zo ook Karel. Hij doet dat, zoals alle mannen, in een degelijke ouderwetse zakdoek. Dagenlang in dezelfde, het ding steeds natter opnieuw in de broekzak en 's nachts ligt het op het nachtkastje.
Dat zouden wij toch niet doen, meisjes. Wij leggen zoiets toch uit zicht. Onder je kussen of naast je op de vloer, maar toch niet op het nachtkastje. Als we al van die ouderwetse snotlappen zouden gebruiken.
Ik word gaandeweg steeds viezer van deze man. Niks kritisch. Tel alles eens bij elkaar op en probeer het te snappen. En er komt nog meer.
Ik heb op een dag gevraagd of hij misschien papieren zakdoeken moest kopen. Nee, hij heeft zakdoekenn genoeg bij zich en als die op zijn heeft hij nog genoeg papierenn zakdoekenn. En dus blijft overal waar we zitten, tijdens iedere maaltijd, de snotlap tevoorschijn komen.
In Svendborg lopen we door het centrum op weg naar een winkel die Inspiration heet. Het regent dat het giet en Karel wrijft zich de haren droog met dezelfde zakdoek. Getverdegetverdegetver. Wat zijn mannen toch smerige exemplaren.
Tijdens één van de laatste nachten bedenk ik me gedurende zo'n vreselijke hoestbui, ik heb natuurlijk ook wel met hem te doen, dat ik een nieuw doosje Pottertjes in de tas heb. Die zijn goed voor je keel, met laurier en zo. Ik sta op, zoek ze en leg ze op het nachtkastje van Karel..... bovenop de zakdoek. Wèèèèh. Met een razendsnelle beweging leg ik het doosje aan de andere kant. Wat ik doe?, schrikt Karel wakker. Misschien was hij zich onbewust toch bewust van het feit dat hij gedurende deze dagen heel erg dicht bij de dood was. "))
'Ik leg een doosje Pottertjes neer, die zijn goed voor je keel.' Heeft hij er één genomen, denk je? Nee, natuurlijk niet, dat zou betekenen dat ik ook weleens een goed idee heb. En dat kan niet. Kárel, díe weet alles.
Op de laatste morgen, voor de afreis, zet Karel het doosje Pottertjes bij mijn koffer neer. Ik heb het meteen met vieze vingers in de prullenbak gemikt. Zonde? Ja natuurlijk, maar het had op die snotlap gestaan. In de tussenliggende dagen zijn al die bacteriën in rijen van vier door dat distributiegaatje naar binnen gekropen. Ik heb ze horen lopen, ik lag toch wakker.
Karel, de tees en de ennen en het Deens
Karel komt oorspronkelijk uit Drente en spreekt dientengevolge de t's en ennen zeer gearticuleerd uit. Iedere keer als ik in de autospiegel kijk, krijg ik een opmerking over ttutttenn. Ik controleer gewoon of ik er nog flitsend uitzie, Karel noemt dat tutten en vindt het blijkbaar niet nodig. Dat maak ik zelf wel uit.
Karel komt al veertig jaar in Denemarken en daarom vraag ik hem bij alles wat ik wil weten, wat het betekent. Maar ik spreek geen Deens en dus spreek ik de woorden verkeerd uit. Karel verbetert eerst mijn uitspraak en zegt dan pas wat het betekent.
Prijskaartjes bevatten de bedragen in kronen. Ik zeg, macht der gewoonte en volgens mij niet geheel onlogisch, steeds euro's. Ook dat wordt iedere keer verbeterd. Op het moment dat ik zeg: 'het kost 39 euro', zegt Karel 'kronenn'.
Vooral over menu's moet ik vragen stellen, ik wil graag weten wat ik bestel. 'Wat betekent het tweede woord in de tweede zin: såvagen?? Dan zegt Karel eerst seuveugen (of zoiets) voor hij mij de vertaling geeft. Ik moet altijd verbeterd worden.
Karel ziet in de Inspiration een zeef. Een platte zeef. Hij kent het niet. Ik leg uit dat het handig is want een zeef en een vergiet nemen veel plaats in en deze kun je plat maken en voor gebruik uitduwen tot een zeef. Die wil Karel hebben. Als ik dan bij de kassa vraag 'heb je dat vergiet nog meegenomen?' zegt hij: 'het is een zeef'.
Jammer dat ik de nadrukkelijke zekerheid waarmee alle woorden uitgesproken worden niet kan laten horen.
Karel en de Bilka
Op de eerste dag in Denemarken, waterkokertje is geïnstalleerd, pakjes thee en potten Nescafé staan grijpklaar, lepeltjes liggen te springen om in de theebekers hun werk te mogen doen, gaan we naar de Bilka. Te vergelijken met, tja ik weet niet waarmee.
Ze hebben alles en in overweldigende hoeveelheden. Food en non food. Computers, tv's en alle andere elektrische artikelen, kleding, meubelen, drogisterij, alles. Een soort Makro maar dan voor de consument. Karel vindt het een fantastische winkel.
Dit bezoek is het eerste van vele. Karel is dol op winkelcentra. Ik ook maar niet in de vakantie en al zeker niet in een land wat ik niet ken. Dan wil ik het land zien. Daar krijg ik deze vakantie niet veel van te zien. Wel winkelcentra, Ikea's en Bilka's.
Karel en de Denen
Op vrijdagavond komen 'de Denen' naar het hotel voor het feestelijke etentje. Karel heeft het etentje vanaf huis geregeld in het hotel waar we logeren.
Ik maak kennis met de 'oude Denen', zoals Karel ze noemt, Else en Eluf, een echtpaar van rond de tachtig, twee van hun kinderen, inmiddels ook vijftigers, met aanhang, en één kleinkind. Ook tante Kristine is er want zij heeft tijdens de vakantie van Grette, de dochter, op het huis gepast. We zijn met tien personen.
Het is zeer gezellig, ondanks dat ik geen woord versta. Deens is een taal waar ik, zelfs als Karel een pot instant chocomel had meegenomen, geen chocola van kan maken. Gelukkig spreken de oude mevrouw, de kinderen en aanhang Engels.
Ik geniet van de band die de Denen zichtbaar met elkaar hebben. Ik heb zelden of nooit zo'n liefdevolle familie gezien. Ook als echtparen maken ze indruk. Drie echtparen die duidelijk zielsveel van elkaar houden. Het bestaat! Ik slik mijn emotie weg.
Karel krijgt cadeautjes voor het veertigjarig jubileum, het diner is fantastisch, telkens twee gerechten, zowel bij voor-, hoofd- als nagerecht, en we sluiten af met kaas.
Het is een heel leuke avond. Ook voor het waterkokertje dat deze avond geen acte de présence heeft hoeven geven.
Karel en de stoomboot
Op zaterdag gaan we vanuit Laven met een oude stoomboot naar Silkeborg.
In Silkeborg woont Grette, de dochter van de oude Denen, met haar man.
We hebben afgesproken elkaar te ontmoeten voor de lunch.
Het is een leuke vaartocht, de stoomboot heeft zelfs gefloten (heet dat zo?).
Naar mij natuurlijk.
We treffen Grette en Greger. We lunchen aan het water, het is heerlijk weer en
genieten.
Grette wijst ons het papiermuseum, wat een bezoek waard is.
We nemen afscheid bij de kade waar de laatste boot naar Laven om half vier
vertrekt. Volgens Karel. Karel begrijpt het Deens redelijk, zegt hij, en daar vaar ik
blind op. We wachten en wachten en zien allerlei boten aanleggen en vertrekken,
maar geen stoomboot. Karel gaat informeren. De laatste boot naar Laven vertrekt
pas om vier uur.
We wachten tot vier uur, boten genoeg maar geen stoomboot. Om tien over vier legt er een boot aan en Karel gaat wederom informeren. Dan blijkt dat we voor de terugreis een gewone boot hadden moeten nemen, de stoomboot gaat maar één keer per dag naar Laven. Nadat wij aankwamen, is hij weer met passagiers vertrokken en dat is al.
Daar staan we dus. Het is een flink eind lopen naar het station. Daar nemen we de trein naar Laven.
Als de trein het station nadert, gaat Karel alvast bij de deur staan. Ik niet, dat mag niet van mijn dochter ")), het is raadzaam als ouwetje zijnde te blijven zitten tot de trein stilstaat.
Als de trein stopt, voeg ik me bij Karel, die geduldig staat te wachten tot de deur opent. De deur opent niet.
Ik wacht even mee. De deur blijft gesloten.
Ik druk op de knop, Karel reist niet met de trein, hij weet van geen knop af. De deur blijft dicht.
Ik lees het bordje waarop staat dat er op de kneup gedreukt meut weurden als ie greun is. De knop is niet groen maar rood. Dan, in een flits, besef ik dat we aan de andere kant moeten uitstappen, Karel staat aan de kant van de rails. Net op het nippertje kunnen we de trein verlaten. Ik krijg op het station de slappe lach.
En ik maar denken dat het toch heerlijk moet zijn als iemand anders, en dat vul ik dan in met 'man', de leiding neemt. Als ik alleen maar hoef te volgen. Tja….
We eten in Ry een frietje. Iedere avond een restaurant is natuurlijk ook te duur. Ik ben het daar mee eens, een frietje is prima.
Karel en de obsessie
In het hotel in Gammel Ry moet inloggen op internet betaald worden. Karel maakt met behulp van zijn creditcard € 2,50 over en verbaast zich de volgende dag dat het al op is. Dûh.
We kunnen dus net even de mail lezen en dan is het 'poppetje gezien, kastje dicht'. Maar Karel heeft zijn I-Phone waarop hij de hele dag zit te tikken. Altijd en overal internetverbinding.
Als Karel voor het eerst zijn laptop opent, zie ik dat er niets is gedaan aan de honderden schilfers die op het toetsenbord liggen en aan het scherm kleven. Dat heb ik bij hem thuis al gezien.
Voordat ik mijn mail ga openen, vraag ik Karel de laptop even af te stoffen. Ja, dat is een eufemisme maar je kunt toch moeilijk vragen of iemand zijn toetsenbord wil ontschilferen.
Karel pakt de van huis meegenomen theedoek, bestemd om de theeglazen mee af te drogen, en veegt ermee over het toetsenbord. Ik heb uiteraard meteen gemeld dat mijn theeglas niet afgedroogd hoeft te worden omdat ik die theedoek niet in mijn glas wil hebben. Hij snapt er niks van, begrijpt het bezwaar niet, maar heeft wel braaf aan mijn wens voldaan. Hoop ik.
Karel is geobsedeerd door nieuwe ontwikkelingen. Vandaar de snufjes in de auto. Maar ook de I-Phone. Hij zit altijd op zijn I-Phone te rammelen. Ook tijdens het diner met de Denen, ook tijdens het bezoek aan de Denen, altijd. Het is een verlengstuk van zijn arm.
Wat ik ook noem, wat ik me ook afvraag, het weer, iets wat ik zie, het getik op de I-Phone gaat onmiddellijk van start om het op internet op te zoeken. Deze vakantie wordt bepaald door altijd en overal en onder alle omstandigheden getik van toetsen.
Ik vind dat bij een diner met goede kennissen niet kunnen, Karel wel. En hij heeft natuurlijk gelijk, hij is socioloog en die houden zich bezig met mensen en hun gedrag in hun sociale omgeving. Het gedrag van deze mens in zijn sociale omgeving is duidelijk, die zit te internetten.
In het tweede hotel mogen we gratis op het net en dan komt de obsessie van Karel pas in volle omvang tot uiting. Hij zit iedere avond te internetten. Als we na het diner thuis komen, hoe vroeg of laat het ook is, gaat de laptop aan en gaat Karel op internet de relatiesites afstruinen naar een eventuele nieuwe liefde. Dat doe je dus niet. Karel wel. En hij heeft erop gestudeerd hoe mensen zich gedragen in hun sociale netwerk.
Ik heb twee boeken meegenomen maar die heb ik na twee avonden uit. Ik heb er uiteraard op gerekend niet eens aan boeken toe te komen. Ja hoor, met Karel wel want na het avondeten gaan we naar de kamer en hij praat niet, dus wat moet je anders dan lezen. Ik dacht dat ik met deze man gesprekken kon voeren, in Denemarken wordt duidelijk dat ik de aangever moet zijn en mijn repertoire is op een bepaald moment ook uitgeput. Ik zit me dus in het tweede hotel 's avonds wezenloos te vervelen en Karel zit de hele avond op internet. Een hotel in de stad was leuk geweest, dan had ik mijn vermaak kunnen zoeken, een wandeling of wat dan ook. Maar nee, Karel gaat naar het hotel waar de goedkoopste aanbieding is, en dat hotel ligt langs de snelweg.
Op een bepaalde dag lig ik al om half elf in bed. Karel komt aan het bed staan, uiteraard aan zijn kant, leunt ietwat voorover en vraagt: 'Jij wiltt nu al gaann slapenn?' Ik haal het oordopje uit één oor en zeg: 'Nee, niet perse, maar jij zit de hele avond achter de computer en wat kan ik anders gaan doen'. Antwoord? 'Juist, weltterusttenn'.
Karel en de oude Denen
Op zondag zijn we voor het diner uitgenodigd bij de 'oude Denen'. Ze zijn van de boerderij verhuisd naar een grote, gelijkvloerse woning met aan alle kanten tuin.
Om drie uur arriveren we en, zoals in Denemarken gebruikelijk, we krijgen koffie met taart. Niet een puntje per persoon, zoals in Nederland, nee, twee schalen vol. En die schalen gaan rond tot ze leeg zijn. Luilekkerland dus voor mij. Gebak, je mag me er voor wakker maken.
Kristine is er al en even later arriveren Grette en Greger, Jens en Hege met hun twee kinderen, twintigers. We eten.
Opnieuw geniet ik niet alleen van het eten maar met volle teugen van deze mensen die zo zichtbaar veel van elkaar houden. Wat een warmte. Wat een hoeveelheid liefde. Mijn tranen zitten hoog. Wat heb ik veel gemist in mijn familie.
Deze mensen houden heel veel van elkaar. Zo voelbaar. Ik complimenteer de oude mevrouw met haar gezin en zeg dat ik jaloers op haar ben. Ze zegt dat ze veel geluk heeft gehad. Ze omhelst me als we weggaan.
Karel en de koude douche
In het papier wat we bij aankomst op de kamer vonden staat iets, uitsluitend in het Deens, over de warmwatervoorziening.
Heut weurm weuter eus veuldeunde veur tweu deuches eun euls eur geun weurm weuter eus, eus teun meuneuten weuchten veuldeunde eum weur teu deuchen.
Op maandag 7 augustus besluit ik tot groot onderhoud. Het is een week geleden dat ik nog een Venus van Gillette hanteerde en we zijn voor vandaag uitgenodigd bij Grette. Ik deel Karel mee dat ik de badkamer wat langer ga bezetten.
In de badkamer blijkt er geen warm water te zijn. Tien minuten wachten, stond er in het mededelingenblad. Ik duik weer onder het dekbed en wacht tien minuten. Bij een nieuwe poging blijkt dat er nog steeds geen warm water is. 'Karel, er is nog steeds geen warm water'. Karel steekt zijn vingers onder de kraan maar niet zonder eerst gevoeld te hebben of ik de kraan wel voldoende heb opengezet. Ach ja, wij vrouwen zijn zulke klunzige dombo's, wij moeten natuurlijk gecontroleerd worden op zoiets ingewikkelds als de kraan open zetten. Koud water, concludeert ook Karel.
Ik doe het groot onderhoud met koud water, was me aan de wasbak en was m'n haar onder de koude kraan. Zo kan het ook.
Eenmaal terug in de kamer bedenkt Karel dat het gebrek aan warm water weleens zijn schuld zou kunnen zijn. 'Hoezo?'
In de kamer is een klein apparaat bevestigd onder het bureau. Het apparaat intrigeert Karel al dagen. Hij heeft zich alle dagen afgevraagd wat het toch zal zijn. De verwarming misschien, nee die zit naast de deur. De vorige dag zei hij dat er een lichtje in brandt en of het misschien een waakvlam kan zijn, waarop ik heb geantwoord dat het een elektrisch apparaat is. Ja, wij dombo's kunnen af en toe ook gewoon logische conclusies trekken.
Gisteravond zat het apparaat onze control freak zo dwars dat hij het heeft uitgezet.
Het was de boiler.
Karel en de gulle lach
Behalve bovenstaande valt er weinig te lachen met Karel.
Een voorbeeld van zijn verpletterende humor: in het mooie, mooie huis van Grette kijk ik mijn ogen uit. In de keuken zie ik dat ze dezelfde kraan heeft als ik en zeg verbaasd: 'Kijk nou, mijn kraan'. Waarop Karel zegt: 'Nee, dit is de kraan van Grette.' Wat een humor.
Het viel mij verkeerd, zo wordt je enthousiasme met één klap de kop ingedrukt. Ik heb er op gereageerd met 'doe toch niet zo vervelend', hetgeen voor degenen die mij kennen overduidelijk aangeeft dat ik al een paar dagen niet echt blij ben met Karel. Ik zeg zelden lelijke dingen maar deze man vraagt erom.
Dit is ongeveer de humor waarop ik in deze vakantie ben getrakteerd. Iedere keer als ik met een paar schoenen in mijn handen sta en ze te duur vind: 'maar je krijgt er wel twee voor'.
Bij slecht weer: 'de zonn schijnt gelukkig.' Ik: 'o ja, waar?' Karel: 'achter de wolkenn.' Uiteraard heb ik hier maar één keer op gereageerd.
Dit is tevens het totaal van wat er aan humor gepasseerd is.
Met Karel valt er niets te lachen. Wat hij ook ziet op straat, humor is er niet bij, en uit zijn mond komt ook niet veel lolligs.
Ik vind het grappig om in een land met een taal zoals Deens, die taal een beetje te verkrachten. Gewoon een beetje vakantielol. Als ik een gebouw zie waarop staat Arbejders Landbank, zeg ik 'kijk, de Boerenleenbank'. 'Dat is de Arbeiders Landbank', zegt Karel. Ja, dat zie ik ook wel maar daar is geen equivalent voor in Nederland. Maar ik moet hoe dan ook verbeterd worden.
De volgende dag, als ik iets prachtigs maar duurs zie, zeg ik dat we dan eerst de Boerenleenbank gaan overvallen en het dan kunnen kopen. 'De Arbeiders Landbank', zegt Karel opnieuw. Ja, ja, het houdt niet op, de keren dat ik verbeterd ben van euro's naar kronenn zijn niet te tellen.
Regelmatig zie ik waarschuwingsborden met de tekst 'Krydsende Cyklister'. 'Er steken hier krijsende fietsers over', zeg ik de eerste keer. Uiteraard vertelt Karel mij meteen nauwgezet wat de tekst wél betekent. Alsof ik dat niet snap.
Ik sms na een paar dagen naar een vriend: 'Mocht ik ooit weer de neiging vertonen met een man op vakantie te gaan, houd mij dan tegen. Geen lol, geen seks, kortom: heeelp.'
Hij adviseert mij per omgaande vanaf heden uitsluitend met een homoman op vakantie te gaan, het tweede zit er dan niet in maar het eerste is voldoende aanwezig. Ik heb de volgende dag nog een smsje gestuurd met 'waar blijven de hulptroepen?'
Mijn vriend, die begrijpt dat de nood hoog is, heeft geprobeerd mij telefonisch te pakken te krijgen om te vertellen dat mijn oma is overleden. Jammer dat het niet gelukt is, had ik tenminste eens kunnen lachen.
Inmiddels is het woensdag 11 augustus en denk ik 'misschien ben ik wel miljonair, is de hoofdprijs op mijn staatslot gevallen en ik weet het niet. Ik kan misschien naar huis, er is misschien redding, en ik weet het niet.'
En dan het taalgebruik. Als we op een parkeerterrein de auto zetten: 'Ik ga evenn kijkenn want er wordt waarschijnlijk een financiële bijdrage verwacht.'
Bij een mooie haven: 'Ik ga even wat plaatjes schietenn.'
En altijd van die vervelende antwoorden. Op weg van Gammel Ry naar Odense, vraag ik hoe lang het nog duurt. Dan is het toch voor iedere randdebiel duidelijk wat ik bedoel maar dan vraagt Karel 'wat?'.
Als ik bij het verlaten van de hotelkamer vraag of hij de sleutel heeft, luidt het antwoord 'daar komenn we zo achter'.
Als ik op een brug vraag 'hier zijn we toch al een keer overheen gereden?', luidt het antwoord 'met dat verschil dat het nu niet regent.'
Geef toch gotverdegotver eens normaal antwoord. Zeg gewoon ja of nee.
Etentje bij Grette en Greger
We gaan naar Silkeborg, deze keer met de auto. We bezoeken het papiermuseum, ik vind het zeer interessant, vooral omdat ik met de gids spontaan getrouwd zou zijn.
Om ongeveer drie uur zijn we bij Grette. Uiteraard weer koffie met heel veel taart, dit keer in het mooiste huis dat ik ooit gezien heb. Aan een meer, met een gigantische tuin, een enorm huis en alles helemaal mijn smaak. Uiterst modern en design ingericht. Grette en Greger hebben het huis een aantal jaren geleden gekocht voor de plek en het vervolgens helemaal verbouwd en uitgebreid en ingericht naar eigen wens. Het is fantastisch.
Omdat ik zo enthousiast ben, krijg ik een complete rondleiding. Wat een ruimte, wat een uitzicht, wat een prachtige spullen, mooie kunst, het plaatje is compleet.
De maaltijd bij Greger en Grette is geweldig. Ik heb voor het eerst van mijn leven bloemetjes gegeten, blauwe bloemetjes. Ook de 'oude Denen' waren erbij. Zo gaat dat daar. Het deed me allemaal heel erg goed.
Karel en zijn cappuccino
Karel heeft een pot Nescafé cappuccino meegenomen. Tezamen met de geneugten van het waterkokertje kan er dan een beker dampende cappuccino tevoorschijn getoverd worden maar.... dat heeft nogal wat voeten in de aard.
Het waterkokertje staat in de badkamer. Op een avond staat Karel daar de bodem uit de beker te roeren. Blijkbaar moet het goedje eerst aangelengd worden, dan goed roeren, en dan pas de rest van het water erbij.
Ik moet naar de wc en tamelijk dringend. Ik loop naar de badkamer, zie het geroer aan (en roeren kan ie !), en vraag of het nog lang duurt want ik moet dringend naar de wc. Ja, dat gaat nog lang duren, er moet zorgvuldig geroerd worden, is het antwoord.
Ik wacht een poosje en zeg dan opnieuw dat ik dringend naar de wc moet. Karel roert onverdroten verder en zegt dat zoiets nauwgezet en weloverwogen moet gebeuren. Hij voegt eraan toe: 'net zoals ik benn.'
En dat is de plot van deze hele vakantie. Ik ben op vakantie met iemand die zich weloverwogen en nauwgezet noemt. Dat past toch niet bij mij. Als ik daar nee tegen zeg, kan ik toch niet kritisch genoemd worden???
Karel en de cliché's
Lang geleden waren we op vakantie in Frankrijk, mijn dochters, schrijver dezes en toenmalige vriend. Op een dag kwamen ze rollend van het lachen terug van de afwas. Ik moest vooral de volgende dag gaan afwassen om ook zo te kunnen lachen. Wat was er te zien?
Er stond een echtpaar aan de bakken waarvan de man iedere keer als zij iets zei antwoordde met: natuurlijk, zeker, nee, ja, heel belangrijk, en dergelijke dooddoeners.
Ik vond dat niet zo grappig. Ik vond het verschrikkelijk. Ik was er dagen mee bezig, dat blijkt wel want ik weet het nu nog. Een man die totaal niet luistert, die gewoon maar wat zegt. Karel is precies zo.
Ik kom er in de eerste dagen achter dat zijn antwoorden altijd hetzelfde zijn. Uit de intonatie van wat ik zeg, leidt hij af wat hij moet zeggen. Zijn antwoorden bestaan uit:
dat zit er wel in
jaaaa
dat zou zo maar kunnen
neee
het zou kunnen
jazeker
dat kan best zo zijn
zoiets ja.
Als de intonatie niet geheel duidelijk is, en ja of nee dus niet van stal gehaald kan worden, zegt hij mmmm.
Ik krijg mijn idee bevestigd als ik, nadat ik 's nachts tegen de deurpost van de badkamer ben gebonsd, 's morgens zeg dat mijn voorhoofd beschadigd is van de klap. Antwoord: 'Ja, prima toch'. Ik vraag of hij wel heeft gehoord wat ik zei. 'Jazeker.' Toen, beste lezer, heb ik opnieuw lelijk gedaan. Ik heb een paar keer lelijk gedaan tijdens deze vakantie. Dat valt niet mee maar het moest. Ik zei: 'je antwoord slaat anders nergens op.'
Geen reactie.
Ik kan net zo goed tegen een muur praten. De laatste drie dagen heb ik trouwens bijna niet gesproken. Ik krijg er geen woord meer uit. Onderweg zeg ik, na een ferm besluit dat ik toch iets moet zeggen: 'wat is het hier mooi groen'. Antwoord: 'Jaaa'.
Ik heb een poosje moed zitten verzamelen om op dezelfde toon te zeggen 'wat is het hier mooi blauw' om dan het antwoord te vernemen.
Maar ik durf het niet.
Karel en het uitstel
Na het laatste bezoek aan de Denen hadden we naar huis moeten gaan, dan was deze vakantie niet zo'n debacle geworden. De tijd had het dan nog een beetje in bedwang gehouden. Maar nee hoor, Karel wil verderop. En ik, tja, ik schik me.
Ik zie nog één lichtpuntje, ik stel voor op vrijdag aan de terugreis te beginnen. Een dag minder, denk ik hoopvol. Ik hoor Karel aan de telefoon tegen iemand zeggen dat we vrijdag naar huis gaann en ja, dat is nu definitief.
Op maandag boekt hij telefonisch een hotel in Odense op het eiland Funen en zegt als dat gedaan is dat het een aanbieding betreft voor een arrangement van vier dagen met als enige voorwaarde dat er niet geannuleerd kan worden. Zonder enig overleg gaan we nu blijkbaar op zaterdag naar huis.
Op donderdagavond neem ik me voor tijdens het diner voor te stellen toch maar vrijdag te gaan rijden. Dat geld zijn we toch kwijt. We gaan naar de Italiaan omdat ik heb aangegeven wel weer een keer 'normaal' te willen eten na de warenhuizen, Ikea's en friettenten. Mijn dappere voornemen komt uiteraard niet mijn mond uit. Als puntje bij paaltje komt, durf ik het niet te zeggen.
Overigens heb je uit vorengaande al kunnen begrijpen dat het puntje helemaal niet bij het paaltje is geweest deze vakantie. Aangezien ik Karel heb meegedeeld niets in hem te zien, kon het van zijn kant niet, want seks is heilig voor hem. Tja….. Ik had thuis voor de zekerheid nog geoefend in 'o, Karel, o, o'. ")) Ja, dat moest wel, want ik vind het een verschrikkelijke naam en krijg dat er dan maar eens uit op het moment suprème.
Tijdens dit etentje doe ik opnieuw lelijk. Karel zit, zoals gewoonlijk, de hele tijd op zijn I-Phone te tikken. Ik heb er meer dan genoeg van en vraag: 'Heeft er nu nog nooit iemand tegen je gezegd dat dit onfatsoenlijk is?' 'Nee', zegt Karel. 'Nou', zeg ik, 'bij deze dan: het is onfatsoenlijk'.
Control freak
Karel is geen control freak, zei hij. Maar als ik zeg dat het water niet warm wordt, moet er gevoeld worden of ik de kraan wel voldoende heb opengezet. Een apparaat in een hotelkamer waarvan hij niet begrijpt wat het is, wordt uitgezet.
Als ik een menubord sta te lezen bij een wegrestaurant, vraagt Karel of er ook iets op de achterkant staat. 'Nee, daar staat niets.' En dan toch gaan kijken. Ik heb op dat moment de irritatiegrens al overschreden en deel hem mee dat dit een zeer onaangename eigenschap is.
'Heb ik de auto op slot gedaann?' 'Ja, ik heb het je zien doen'. Hij loopt toch terug om het te controleren. Ach ja, hoe kan zo'n vrouwmens dat ook weten.
Karel en de calorietjes
In het tweede hotel is, evenals in het Duitse hotel, het ontbijtbuffet fabuleus.
En het ligt aan mij maar flikker toch op, ik ga me langzamerhand ergeren aan het gevreet van Karel. Ik kan er niet tegen.
Elf pillen per dag, voor hoge bloeddruk, cholesterol en diabetes. Je zou toch denken dat iemand zich dan een beetje matigt. Nee hoor. Vier keer terug naar het ontbijtbuffet. Iedere dag. Boterhammen met jam, gebak, jus d'orange, een constante stroom suikers vliegt van zijn bord zijn mond in. En alle boterhammetjes worden zeer minutieus gesmeerd, met roomboter uiteraard. Er wordt geen hoekje, geen randje overgeslagen. Het duurt altijd even voor het boterhammetje de goedkeuring van Karel kan wegdragen.
En niet te vergeten het ei dat iedere morgen weloverwogen en nauwgezet, hij maakt er een waar kunststuk van, van zijn schil wordt ontdaan en opgepeuzeld. En ja, opgepeuzeld is het juiste woord.
Maar het kost niets, het is allemaal gratis. Vandaar....
Om ongeveer elf uur gaan we elke dag ergens koffie drinken en dan heeft Karel toch wel zin in een stuk taart. Ik, de meest taartbeluste persoon ter wereld, stop hiermee na een aantal dagen. Ik voel mezelf aankomen en wil dat graag in de hand houden. Geen gebak meer voor mij en een lichte lunch.
Rond één uur gaan we lunchen. Ik lunch eenvoudig, een sneetje stokbrood met kaas, zo niet onze Karel. Vlees, vis, omringd door calorierijke randverschijnselen, het ligt tot over de rand van het bord.
Als hij de kans krijgt, neemt hij 's middags een ijsje. Het valt hem tegen dat ik niet zo van ijs houd, anders was er beslist iedere dag zo'n vet- en caloriebom naar binnen gelikt. Yech. In combinatie met Karel kan ik het woord likken beter niet gebruiken. En nee, daar bedoel ik niks seksueels mee.
Op een dag, we lopen gescheiden door een overdekt winkelcentrum, ben ik een minuut of vijf te vroeg bij de afgesproken plaats en denk, ondanks dat ik niet verzot ben op ijs, 'laat ik eens een ijsje nemen'. Ik zie mensen lopen met softijs en dat vind ik niet onaardig.
Karel arriveert en vanwege mijn ijsje gaan we uiteraard nog niet naar de auto. Hij wil weten waar ik dat ijsje heb gehaald.
Met zwierende armen en benen gorillaat hij op de kiosk af. Ik heb het kleinste ijsje uitgezocht maar Karel komt terug met iets van giga afmetingen. Ongetwijfeld het grootste wat ze hadden.
O ja, dat moet ik wel vermelden, naast deze berg aan suikers, vetten en cholesterolverhogers gebruikt hij zoetjes in de koffie. Dat valt dan weer mee. "))
's Avonds bij het eten neemt hij, ik moet het toegeven, maar één glaasje wijn. Maar wel een toetje. Tuurlijk, je slikt toch pillen? Nou dan.
De taarten bij de Denen, zowel bij de koffie als na het eten, worden door niemand zo rijkelijk aangesproken als door Karel. Maar ja, dat kan natuurlijk makkelijk, hij gebruikt zoetjes.
Karel, de overdekte winkelcentra en de Zweudse geheuktbeuletjes
Karel is dol op overdekte winkelcentra. Met genummerde ingangen. En op Ikea.
Ik heb het merendeel van deze vakantiedagen doorgebracht in overdekte winkelcentra. We zijn twee keer naar een museum geweest, de tweede keer niet geheel naar de zin van Karel want daar was ie al een keer geweest en toen viel het tegen. Inmiddels is het museum geheel vernieuwd en het is fantastisch. Het was het museum van Hans Christian Andersen, zeer de moeite waard.
De reden dat ie niet zo staat te springen is dat hij liever naar overdekte winkelcentra gaat, met genummerde ingangen, of naar Ikea of de Bilka.
Ik ben acht dagen in Denemarken geweest en drie keer bij Ikea. De laatste keer omdat Karel tijdens zijn lange uren op internet heeft uitgevonden dat de lampjes die hij wil hebben in Denemarken drie euro goedkoper zijn en hij wil er vier. Dat is twaalf euro !!! Daar ga je met twee man minimaal een uur voor kwijtraken bij Ikea, maar geheel terecht! Twaalf euro!! En toen bleken ze ook nog uitverkocht.
We hebben uiteraard ook bij Ikea gegeten, twee keer zelfs, lekker goedkoop, vindt Karel. Daar zit je dan, voor de goedkoopte van die geile Zweudse geheuktbeuletjes te eten.
We hebben ook twee keer bij de Bilka gegeten, ook voor de goedkoopte.
Op de laatste vrijdag probeer ik 's morgens: 'En, wat gaan we vandaag doen?' Karel deelt mee dat er een spoormuseum is in Odense maar veronderstelt dat ik dat niet leuk vind. Ik zeg dat wel leuk te vinden.
Kom ik er ook?? Nu we toch in Odense zijn? Nee hoor, Karel bedenkt ineens dat er een overdekt winkelcentrum is waar we nog niet geweest zijn, in Kolding, zestig kilometer verderop. We zijn al tig keer in zoiets geweest maar we moeten weer. 'In Kolding', zo zegt Karel, 'is ook een overdekt winkelcentrum met genummerde ingangenn.'
Daar gaat mijn laatste dag. Mijn tranen zitten hoog, ik ben op weg naar het zoveelste overdekte winkelcentrum met genummerde ingangen. Als we er arriveren en er blijken letters op de ingangen te staan, herstelt hij dat. 'O, het zijnn geletterde ingangenn'.
Wat doen we in die overdekte winkelcentra met genummerde ingangen? Karel wil naar Casa en naar Inspiration. Dat zijn winkels met design huishoudelijke artikelen. Waarom een man die zeer belegen is ingericht, daar naar toe wil?? Geen idee. Maar we lopen krom van de zakken van wat hij heeft gekocht. Van messenset tot waxinelichtjeshouders, van onderzetters tot glazen, van een zeef tot een waterfles.
In de Inspiration zien we op de verpakking van een waterfles ijsblokjes en een aardbei in de fles zitten en op een ander plaatje schijfjes citroen en blaadjes munt. Dat intrigeert Karel. Hoe kan dat??? 'Er zal wel een losse dop onderaan zitten', opper ik. Karel haalt de fles uit de doos, hij haalt in iedere winkel alles uit de dozen, gênant gewoon, en jawel hoor, een dop onderaan. Karel vindt het prachtig. Hij wil zo'n fles hebben. 'Maar valt het er dann niet uit bij het schenkenn?'. 'Nee', zeg ik, 'kijk maar naar de dop'.
De dop is van kunststof en in vieren verdeeld, zo kan er niks uit dan water. Een voorbeeld van het taalgebruik van Karel, na het bestuderen van de dop, wil ik je niet onthouden: 'Als je dann wilt inschenkenn loop je niet het risico dat de ijsblokjes er alsnog uitfloepenn enn eenn waterballet veroorzakenn'.
We gaan alweer naar een Bilka. We kopen meer dan gepland en het mandje is te klein, Karel koopt een megadoos vol glaswerk en dat kan er niet in. Tja, nu zal hij een kar moeten halen. Na een poosje komt hij terug met de kar en deelt mee dat ik die de rest van de tijd moet duwen want hij heeft hem gehaald.
Doe je dat dan ook, Anja, of rijd je hem met diezelfde kar ter plekke tot moes? Nee hoor, ik doe dat.
Uiteraard gaan we ook lunchen in de Bilka, lekker goedkoop weet je wel. En, niet te vergeten, we kopen brood, voor onderweg. Beleg hoeft niet want Karel heeft nog jam.
Toen ik voor het vertrek naar Denemarken begreep dat er uit de kofferbak gegeten ging worden heb ik voor de reis een blikje tonijn meegenomen, dat deden we vroeger in Frankrijk. Als we een dag gingen rijden, namen we een paar stokbroden mee en een paar blikjes tonijn. Makkelijk voor onderweg, als er niks in de buurt is, of op een heel mooi punt waar we even wilden verblijven. 'Jij hebt toch nog vis?', zegt Karel in de Bilka. Die vis is uiteraard niet alleen voor mij bestemd maar Karel neemt niets van de tonijn. Daarmee zou hij toegeven dat ik ook weleens een goed idee kan hebben en dat is te gek.
Nee hoor, Karel eet zijn harde bolletjes uitsluitend met jam.
Karel en het milieubesef
Als de stoplichten groen worden, rijden de auto's voor ons weg. Echt??? Ja, apart hè. Karel trekt zo langzaam op dat er iedere keer een gat valt van minimaal twee auto's. Je kunt erop wachten, dan komt er een moment waarop iemand achter je toetert, zelfs in Denemarken. Commentaar van Karel: 'Nou, nou, nou.'
Ik zeg voorzichtigjes dat hij erg langzaam optrekt en dat er dan auto's zijn die niet meer door groen kunnen. Antwoord: 'Dat doe ik uit milieubesef. Ik kann wel een stoot gas gevenn maar dann kann ik meteen doorrijdenn naar het tankstationn.'
Tuurlijk. Ik geef geen antwoord. Ik zou niet weten wat te zeggen op zulke onzin.
Bij het volgende stoplicht scheurt Karel weg en vraagt: 'zo bedoel je?'.
Mannen !!
Karel en de terugreis
Vrijdagavond moet de auto uitgeladen worden om plaats te maken voor de koffers. Er is inmiddels veel gekocht en hoewel Karel veel meer heeft gekocht dan ik, zijn de grootste pakketten van mij. Twee design lampjes voor boven het aanrecht. Kleine lampjes maar in onmogelijk lange dozen.
We halen op het parkeerterrein van het hotel alles uit de auto. Op een gegeven moment pak ik een plastic tas. Loodzwaar. 'Jemig, wat zit hierin?' 'De trekhaak', zegt Karel. 'De trekhaak? Jij neemt een trekhaak mee naar Denemarken? Waarom?' Antwoord: 'Je weet maar nooit'.
Wat je weet maar nooit? Er staat misschien iemand langs de weg met wel een karretje maar geen trekhaak? Je wilt misschien in een vlaag van verstandsverbijstering een paardentrailer aanschaffen, met of zonder paard?? Je vindt misschien zomaar een onbeheerde caravan? Of een boot op een trailer zonder eigenaar?
Die avond zeg ik dat ik voor de zekerheid mijn telefoon even oplaadt, voor onderweg, het kan maar goed zijn. Het antwoord van Karel luidt dat ik dat vooral hier moet doen, hier is het nog gratis. Het opladen van je mobiel, godbetert, waar gaat het over?
Op zaterdagochtend gaat Karel als eerste de badkamer in. Als hij klaar is en ik in de badkamer kom, ligt zijn ondergoed van de vorige dag op het wc-deksel. Ik vraag hem dat even te verwijderen, hetgeen hij doet.
Als ik weer in de kamer kom, zie ik zijn vuile ondergoed op mijn koffer liggen. Is ie nou helemaal van de pot gerukt ! Getverdegetver. Gelukkig gaat hij even later zijn koffer vast in de auto zetten en kan ik, met de punt van de handdoek en veel zeep, even poetsen.
Wie doet nou zoiets !
Het regent die zaterdag dat het giet, Karel heeft al een koffer naar de auto gebracht en als ik het hotel uitstap zie ik een donkergrijze SUV staan. Ik zeg dat ik even dacht dat het zijn auto was. 'Mocht ie willen', zegt Karel. Ik kijk nog een keer. Het is een BMW, oké, een pooierbak, maar we hebben het niet over een Dacia of zo. Ik zeg het: 'Hoezo mocht ie willen, het is een BMW.' Antwoord? 'Nou en?'
Mannen en auto's, get a life.
De terugreis vangt aan. Karel houdt van klassieke muziek. Ook van muziek van fanfares en aanverwante geluidsproducenten. Hij gaat regelmatig naar Tilburg want daar schijnen fantastische uitvoeringenn gegeven te worden. Fijn.
Het geluidscomponent in de auto behoeft nooit verwisseling van cd's. Op de cd's staat de muziek als mp3 opgenomen. Voor drie levens muziek dus.
Behalve bovengenoemde flitsende muziek heeft Karel er Enya in zitten en kerstliedjes. In augustus?? Ja, in augustus.
Dat is de muziek van deze vakantie.
Als ik rijd, ik neem de eerste shift en Karel zit te slapen, druk ik ze één voor één door. Dat kan, zit op het stuur.
Als ik de weer wakkere Karel vraag naar de kerstliedjes, zegt hij dat het er niet zo veel zijn. Nee hoor, ik heb meer dan 80 tracks doorgedrukt. Het blijkt later dat van de vijf cd's die in het apparaat zitten, er drie met kerstmuziek zijn.
Even later wens ik dat ik ze niet had doorgedrukt. Want vervolgens mag ik gedurende de reis door drie landen, DK, D en NL, luisteren naar de pianoconcerten van Beethoven door Murray Perahia. Ik geloof dat Beethoven al dood is, anders ga ik er persoonlijk voor zorgen. En Enya wil ik ook nooit meer horen !!!
Als we stoppen om te tanken, ga ik vast op de passagiersstoel zitten, dan kan Karel meteen aan de goede kant instappen. Hij stapt in en zegt: 'Niet zo goochem hè, om rechts te gaann zittenn !' Ik kijk hem stomverbaasd aan. Waar gaat dit over?
Karel vindt dat ik de auto vast weg had kunnen zetten, aan de linkerkant van het gebouw. Tja, dat had gekund……
Onderweg vraagt Karel mij het raam aan mijn kant te sluiten omdat het zoveel lawaai maakt. Hûh?? Het dak staat open!!! Dat maakt precies hetzelfde lawaai. Ik sluit braaf mijn raam maar zeg dat het dak ook lawaai maakt. 'Tenminste', zeg ik, 'mijn open dak maakt lawaai.' Hij kijkt me geringschattend aan. Ik en een open dak, wat verbeeld ik me wel. 'Hoe doe je dat dan openn. Met een blikopener?'
We hebben het voor de vakantie uitgebreid over de voordelen van een auto met een open dak gehad. Dat ik bijna alles kan vervoeren, in Utrecht zelfs een rol van vier meter vloerbedekking uit het dak heb vervoerd. Ik heb het laten zien, toen we langs mijn auto liepen. Hij weet van niks.
Hij zal op dat moment wel 'jaaa' gezegd hebben en ik dacht toen nog dat ie luisterde naar wat ik zei.
Halverwege Nederland begin ik met moed putten om bij thuiskomst tegen Karel te zeggen dat ik hem nooit meer wil zien.
Ik put me verloren en ik denk echt dat ik het ga durven. Maar… vlakbij mijn woonplaats stelt Karel voor even langs AH te rijdenn voor wat soep en dat kunnenn we dan bij mij opetenn.
Zo gezegd, zo gedaan. En dan kan het natuurlijk niet meer.
We zitten buiten, het is heerlijk weer, en eten soep. Karel zegt: 'is jouw voorhoofd nou blauw?' 'En wat denk je van dit', zeg ik, en til mijn bril op. Ik heb als gevolg van mijn botsing met de badkamerdeur al sinds woensdag een blauw oog, en wat voor één, Karel heeft niets gezien. Vierentwintig uur van de dag in elkaars gezelschap en hij heeft niks gezien. Je houdt het niet voor mogelijk. 'Goh', zegt hij, 'dat heb ik niet gezien.'
Nee Karel, dat heb jij niet gezien.
Ik heb hem zo spoedig mogelijk weggepoetst en ben daarna luidkeels roepend 'ik ben vrij, ik ben vrij' door de kamer gesprongen.
Karel en de centjes
Na mijn mededeling dat ik geen gevoelens voor Karel heb, was er nog een punt van bespreking: de kosten. Ik heb Karel meegedeeld dat ik alleen mee ga als ik mijn deel van de kosten betaal. Dat vindt hij goed.
We spreken op de heenreis af dat hij alles betaalt en ik houd bij wat mijn deel daarvan is. Ik zit dus bij alle kosten gereed met mijn opschrijfboekje om het bedrag te noteren. Tot zover alles prima.
Maar…. als ik zeg 'Karel, wat kostte die koffie' en hij antwoordt: '3,40' en ik zeg dan 'dat is dan 1,70 voor mij' en noteer dat in mijn boekje, ben je als vent toch wel een oetlul als je niet zegt: 'Goh, Anja, zit niet te murkenn over die koffie.'
Iedere stuiver is opgeschreven. Kom op zeg. Zelfs niet één keer de woorden 'ik trakteer vanavond' als we gaan eten. Zelfs niet bij Ikea ")). Niks. En dat terwijl hij nogal wat goedkoper uit is nu ik mee ben, de toeslag voor een eenpersoonskamer bedraagt toch al gauw € 20,00 per nacht.
Als Karel op het punt staat weg te gaan, zaterdagavond na de soep, zegt hij: 'Is het niet verstandig als je mijnn gironummer vraagt?'
Na thuiskomst
Na thuiskomst dringt tot mij door dat deze man in elf dagen geen enkel aardig woord heeft gezegd. Niet iets in de geest van 'gezellig' of 'ik ben blij dat je bent meegegaan'. Niets over mij. Ik zie er toch, wellicht bij uitzondering maar dan toch, ooit wel eens leuk uit? En zo niet kun je altijd nog zeggen dat iets wat ik aan heb een mooie kleur heeft. Helemaal niks aardigs of liefs, geen enkele keer.
Geen greintje enthousiasme getoond, niet over de hartverwarmende bezoeken aan de Denen, helemaal niets.
Hoe hebben zijn beide vrouwen dat volgehouden???
Ik ga vanaf deze vakantie kritisch zijn, heel kritisch, uiterst kritisch. Ik doe voortaan wat mijn intuïtie zegt en ga mezelf niet vertellen dat ik niet kritisch mag zijn.
Karel heeft natuurlijk geen enkele notie dat deze vakantie voor mij bijna dodelijk was. Welnee joh. Hij heeft er geen erg in dat ik gedurende de laatste drie dagen nog nauwelijks gesproken heb. Hij stuurt na de vakantie een mailtje met de vraag of ik in mijn laatste vakantieweken nog een dagje met hem uit wil.
Dacht het niet.
Zaterdagavond komt hij op de terugweg uit Drente een tasje ophalen dat per ongeluk uit de auto is gehaald en in mijn huis terechtgekomen. Dan zal ik zeggen dat ik hem nooit meer wil zien. En???
Niet gedaan maar het was volkomen duidelijk uit mijn afstandelijke begroeting en het korte gesprek. De lampjes van Ikea, die hij geprobeerd heeft in Hengelo te pakken te krijgen, zijn volgens die vestiging uit de collectie, zegt Karel.
De volgende maandag ga ik naar mijn dochter. Omdat ik de lampjes ook wil hebben, ik moest er alleen iets langer over nadenken, kijk ik op internet naar de voorraad in Delft. Genoeg.
Ik stop bij Ikea, vind de lampjes en er zijn er inderdaad genoeg. En wat doe ik dan??? Dan bel ik Karel met de mededeling dat ik de lampjes voor hem kan meebrengen. Wat ben ik toch een onmogelijk watje.
Nu moet ie dus weer een keer komen.
Karel en het laatste bezoek
Karel komt de lampjes halen, donderdagavond 7 uur. Hij belt. Ik druk op de intercom de deur open. Even later gaat de bel opnieuw: Karel. 'Ging de deur niet open', vraag ik, 'ik doe het nog eens'. Karel komt naar de voordeur gelopen en zegt zonder gedag te zeggen: 'Zo moeilijk kann het toch niet zijnn. Op eenn knopje drukkenn'.
Aangenaam begin.
Karel drinkt koffie. Hij gaat morgen op vakantie naar Drente en op mijn opmerking dat het 's avonds al best fris is, vertelt Karel een elektrisch kacheltje bij zich te hebben. Ik vraag verbaasd of hij geen kachel in de caravan heeft. 'Jawel, maar dat kost eigenn gas', zegt hij, 'en zo'nn elektrisch kacheltje gaat op de stroom van de camping.'
En dat was Karel. Tatatatata tata oftewel 'die zien we nooit meer terug'.
Mocht één van jullie in de toekomst ergens een hoopje schilfers tegenkomen: blazen !!! Het kunnen de restanten van Karel zijn en die moeten niet de kans krijgen opnieuw samen te klonteren.