Mijn vriendin José was de aanleiding voor het schrijven over relatiesites, ze heeft dus een indirecte verbinding met Manboel. Ze is op 28 december 2009 overleden. Het verhaal dat ik over haar heb geschreven, wil ik hier graag plaatsen. Ik richt hiermee een monument voor haar op.
Zo'n vriendin dus
Ik had een vriendin, José, die mij in alle jaren van vriendschap nooit teleurgesteld heeft. Nooit die gedachte die zegt 'hè, waarom doet ze dat nou' of 'waarom zegt ze dat nou'. Nooit.
Zo'n vriendin dus...
Een vriendin die ik volledig kon vertrouwen, trouw, eerlijk, open. We deelden alles, het plezier en het verdriet. Als ik van iets in de slappe lach schoot, liet ik het weten en lachten we samen. Als ik ergens van overstuur was, pakte ik de telefoon en kon snikkend mijn verhaal doen. En altijd had José goede raad, ze was een intelligente vrouw en een scherpe denker, ze kon de situatie goed analyseren en mij advies geven.
Zo'n vriendin dus...
Een vriendin die nooit, maar dan ook nooit, twijfelde aan wat ik zei. En die kans kreeg ze volop. We hebben elkaar leren kennen als schoonzussen en toen dat niet meer het geval was, bestond ik niet meer voor de familie. Tegen de verdrukking in heeft José altijd contact gehouden en zijn we gegroeid naar beste vriendinnen. De familie nam het haar kwalijk, begreep er niks van, had er commentaar op, het kon haar niet schelen.
De laatste vijftien jaar is dat commentaar verdwenen, ze begrepen dat het niets zou veranderen.
Zo'n vriendin dus...
Allerlei onwaarheden werden er verteld bij mijn ex-schoonouders (o, o, o, mannen die verlaten zijn, wat een wrok !!!) en deze verhalen werden José voor de voeten geworpen. Ze antwoordde strijk en zet 'dat kan zo niet gegaan zijn'. Hoe ze dat wist? Niet natuurlijk, ze hoorde het op dat moment voor het eerst maar altijd wist ze zeker 'dat doet Anja niet'. Nooit een enkele twijfel. Geen wederhoor nodig. Ze kende mij en wist daarom dat wat ze hoorde niet gebeurd kon zijn. Boze gezichten in de schoonfamilie, strijd zelfs, José stond pal. Ook voor mijn dochters sprong ze altijd in de bres.
Zo'n vriendin dus...
Een vriendin die altijd belangstellend was naar mij en mijn meiden, haar nichtjes. Haar enige nichtjes, ze had maar één broer. Ook om die reden wilde ze graag contact houden. Ze wilde van alles op de hoogte zijn, school, vriendjes, ziek en beter, studie, hobby's, sport, ze wilde alles weten.
Ze had altijd foto's van de meiden bij zich om aan de familie te kunnen laten zien. 'Dàt zijn xxxxx en xxxxx', zo trots was ze op haar nichtjes.
Zo'n vriendin dus...
Ze was vaak aanwezig bij onze 'familiedingen', verjaardagen, feestdagen, en het was voor mijn dochters heel belangrijk dat ze er was. Ze was niet hun enige tante maar wel de tante waarmee het meest contact was, die altijd geïnteresseerd was, altijd benieuwd. Een tante die met ze in gesprek ging en dat is heel belangrijk.
Voor mij, als alleenstaande moeder, was het natuurlijk geweldig een praatpaal te hebben die van alles op de hoogte was. Ik hoefde weinig uit te leggen, ze wist het al. Van een afstand, ze woonde in Noord-Holland, leefde ze altijd mee.
Zo'n vriendin dus...
In de zomervakanties kwam José een week logeren. Ze woonde helaas te ver weg om elkaar vaak te zien maar dat weekje was genieten.
We hadden ons voorgenomen daar een lange traditie van te maken. Ik zag een beeld van ons als twee oudere dames die samen uitstapjes maken tot ze oud en grijs zijn en gearmd moeten lopen om elkaar overeind te houden. Helaas is het zo lang niet geworden.
Van te voren knipte ik dingen uit de krant waar we eventueel naar toe konden. We gingen naar Brugge, Antwerpen, Zierikzee, Den Bosch, Delft en nog meer steden. Eén van de favorieten was het prachtige shoppingcenter van Wijnegem.
Als het echt te heet was (was dat in 1994?) gingen we naar het strand of zaten we in de tuin. Brugge, dat was ook in die zomer, heet, heet!, en ik maar rennen achter die ferme pas, bijna niet bij te houden, van hofje naar bezienswaardigheid naar museum.
We verheugden ons allebei op de dagen dat we op stap gingen. José was de enige logee waarvan ik niet na een bepaalde periode dacht 'wanneer ga je naar huis?'. Als de laatste dag was aangebroken was ik haar gezelschap nog niet zat.
Zo'n vriendin dus...
Ik was er trots op haar vriendin te zijn. Behalve in Sluis dan ")). We gingen een paar keer naar de avondmarkt in Sluis en daar was een kinderdisco op een pleintje. En bij al die liedjes die ik nog nooit gehoord had, van K3 en van een klein konijntje dat een vliegje op zijn neus heeft, deed José naast mij hetzelfde als de kleintjes. Ze kende alle gebaren en bewegingen want ze was inmiddels oma en wat voor een oma. Op stap met de kleindochters, het woord 'sprookjeswonderland' deed zijn intrede in onze gesprekken, logeerpartijen waren er, feestelijke etentjes, ik hoorde het allemaal. Ze was een oma zoals ieder kind die zich wensen kan.
Een mopperpuntje (niet echt maar er moet toch iets zijn) was dat José hield van vroeg opstaan. In mijn vakantie!! Acht uur hoorde ik al beweging. 'Blijf jij maar liggen'. Nee dus, zij onder de douche en ik de ontbijttafel gereed maken, dat was het stramien. Waarmee ik meteen op het tweede mopperpuntje kom. José hield van gestructureerd. Op tijd eten, drie keer per dag en tussendoor koffie en thee volgens vaste tijden. (Ja, ik weet het, de gewoonte van heel veel mensen, echter niet mijn gewoonte, ik doe maar wat, zoals het uitkomt.) Ik heb weleens verzucht: 'Als jij er bent, ben ik de hele dag met eten bezig. We zijn aan het eten, we gaan eten, we hebben net gegeten, we zijn aan het bedenken wat we morgen gaan eten of we zijn aan het boodschappen doen.'
Maar wat ze ook voor wensen had, we deden het zo. Zij was uiteindelijk de logee en een graag geziene gast. Altijd jammer als het weekje weer voorbij was. Waarom bleef ze dan niet langer?? José was getrouwd met Pieter, die het wel plezierig vond eens een weekje alleen te zijn maar niet veel langer.
José was één brok humor. Altijd lachen. Altijd een raak antwoord. De dingen die ze met Pieter ondernam en waarvan ik deelgenoot moest worden gemaakt, werden altijd in de komische versie gebracht.
Zo'n vriendin dus...
In eerste instantie, 35 jaar geleden, pasten wij qua type helemaal niet bij elkaar. José was een dame, stijl, klasse, altijd keurig en chique, plooirok en shawltje. Ik was een hippie, zoals dat heet. Maar vanaf het eerste moment was het er, mochten we elkaar.
Haar stijl is in de laatste decennia veranderd. Ze scheidde van haar eerste man en trouwde met Pieter, een man met een eenvoudiger levenswijze. José kocht haar eerste spijkerbroek en werd qua kleding steeds moderner. Nooit helemaal, altijd aangepast aan haar leeftijd. Haar klasse en het ladylike gedrag is altijd gebleven.
Ze was een mooie vrouw om te zien, lang, slank en altijd dat innemende gedrag en die stralende lach. Een hartsvriendin waar ik met mijn lief en leed altijd terecht kon.
Zo'n vriendin dus...
Ik ben me ervan bewust dat vriendschappen als de onze zeldzaam zijn. Ik voel me bevoorrecht zo'n vriendschap in mijn leven te hebben gehad.
Op 28 december overleed José. Daar hadden we niet op gerekend. Twee en een half jaar geleden werd bij haar levercirrose geconstateerd. Dat is een aandoening waar je het beste van kunt schrikken. De eerste keer daarna dat ze bij mij waren zei Pieter, toen ze even de kamer uit was, dat hij op internet had gelezen dat de meesten waarbij deze ziekte wordt geconstateerd zonder transplantatie de vijf jaar niet halen. 'Dat wil ik niet horen', zei ik.
In de afgelopen jaren ging José langzaam achteruit. In januari van 2009 lag ze in het ziekenhuis met een zeer ernstige longontsteking, dat heeft haar conditie een flinke knauw gegeven. De daarna volgende nare zaken zal ik jullie besparen.
In november ging ze naar het universiteitsziekenhuis in Leiden voor een groot aantal testen. Die testen moesten bepalen of haar conditie goed genoeg was om in aanmerking te komen voor transplantatie. Dat was zo, ze kwam als nummer twee op de lijst, een bericht met een dubbele bodem uiteraard want het betekende dat ze erg ziek was.
Sinds die tijd is ze een aantal malen naar Leiden vervoerd voor opname omdat het thuis niet ging, de laatste keer op eerste kerstdag. De avond van die dag belde Pieter en dat was de eerste keer dat hij zei: 'ik zie dit niet meer goed komen', waarmee hij mijn gedachten verwoordde.
Op 27 december kon men 's morgens haar bloeddruk niet meer meten, ze is in allerijl naar de IC gebracht, een nummer opgeschoven op de lijst, maar ze ging steeds meer achteruit en er kwam geen lever. Eén voor één vielen de vitale levensfuncties uit en die nacht overleed José, mijn beste vriendin.
Wat het voor mij mede zo verdrietig maakt is de wetenschap dat een dergelijke vriendschap nooit meer in mijn leven zal komen. Er zal niemand zijn die mijn kinderen vanaf de geboorte heeft gekend, alle ups en downs die daarbij horen heeft meebeleefd, mijn familie heeft gekend, die al vijfendertig jaar op de hoogte is van alle ins en outs van mijn leven, die welke naam ik ook noem, weet over wie het gaat. Niets hoef ik uit te leggen, alles is gekend en wordt begrepen.
Onvervangbaar dus, zo'n vriendin.
En ze had niet dood hoeven gaan. Met deze ziekte kun je aanmerkelijk langer leven door transplantatie. Als er maar genoeg donoren zijn.
Ik heb op internet gevonden dat er gemiddeld iedere dag 370 mensen dood gaan in Nederland. Als ze allemaal een codicil zouden hebben, bestonden de wachtlijsten voor nieren, levers en noem maar op niet eens.
Pieter heeft bij de uitvaart een beroep gedaan op de aanwezigen om nog eens na te denken over het invullen van een codicil, dan heeft de dood van José, zo zei hij, tenminste nog enig nut gehad.
Afscheid van een bijzondere vrouw
De uitvaart was op zaterdag 2 januari. Ik heb van een volwassene nog nooit zo'n verdrietige uitvaart meegemaakt. Bijna iedereen huilde. Haar zonen hebben gesproken. 'Mijn grootste fan is er niet meer', zei de oudste. Haar oudste kleindochter (9) heeft een versje voorgedragen:
Oma, mag ik een snoepje?
Oma, mag ik een koekje?
Ja hoor lieve schat, natuurlijk mag je dat
Oma, mag ik komen logeren?
Oma, mag ik ook eens koffie proberen?
Ja hoor lieve schat, natuurlijk mag je dat
Nu je net als xxxxx een sterretje bent
Mag ik je dan ook heel erg missen?
Ja hoor lieve schat, natuurlijk mag je dat.
Zoveel bloemen, dat heb ik ook nog nooit gezien, minstens twintig bloemstukken.
'José', zei Pieter deze week aan de telefoon, 'was een lieve vrouw, innemend, belangstellend, trouw, en dat betaalt zich bij zo'n gelegenheid terug'. Honderdtachtig mensen waren er. En de mensen die ik niet kende, kenden mij als ik mijn naam zei. 'O, ben jíj Anja. Beste vriendin hè.' Ja, beste vriendin.