Ik had niet kunnen bedenken hoe lastig het is telkens een mannennaam te verzinnen voor ieder nieuw verhaal. Ik maak sinds kort gebruik van internet want ik kon het niet meer bedenken zonder hulp. De meneer in het volgende verhaal heet dus Roel. Hè, hè, eindelijk weer een verhaal over een ontmoeting. Met Roel dus, uit Leiden. Hij heeft een foto bij zijn profiel geplaatst waarop hij een breed uitstaande, witte snor heeft en op een boot zit. Roel is 65 jaar. Zijn profiel:

Ik ben een sportieve sociaal jongensachtige man, geniet van een goede gezondheid, rook niet, wel een wijntje. Speel wekelijks tennis, hou van koken en tuinieren, en bezoek vreemde culturen . Zomers varen met mijn boot, door heel Nederland, ook fietsen en bezoek aan oude steden.
Dansen doe ik graag, maar ook lezen.
Ik hoop iemand te ontmoeten die zich in mijn profiel kan vinden.
je bent een vrouwelijk type, 1.65/ 1.70 slank tot normaal, bijvoorkeur iemand met veel vrije tijd.
en liefst een aantal jonger dan deze man. Wie weet, tot ziens, gr Roel.

Voor het 'sociaal' in Roel zijn profiel geef ik hierbij even een onthoud dit. Ik schrijf hem. Ik vind zo'n Dalisnor wel leuk. Nee hoor, grapje. Mijn mening over snorren en baarden is drastisch gewijzigd. Vroeger vond ik snorren en baarden heel erg leuk maar het uit de tijd raken van gezichtsbeharing heeft ook zijn invloed op mij. Ik heb er niks meer mee. Ook niks tegen trouwens.
Roel lijkt op zijn foto's een leuke, slanke man. Ik schrijf hem een simpel mailtje met het verzoek mijn profiel te lezen en misschien eens te mailen. Roel schrijft terug. Een leuk mailtje.

7 juni 2009
Dag Anja,
bedankt voor je reaktie.
Het is moeilijk om op een advertentie te reageren zonder een foto, maar ik uit van je eerlijkheid,
Ook met aandacht jou profiel gelezen, en eerlijk gezegd , zie ik zeker draagvlakken.
Je schrijft; ik geniet van rust, stilte, water, warmte, intimiteit, erotiek, geborgenheid, maar ook heerlijk thuis, lekker onderuit, hier kan ik mij helemaal in vinden.
En ik als gepensioneerde Horeca gastheer, zou het zeer op prijs stellen jou te mogen ontmoeten,
ik hoor van je,
groetjes Roel,

Roel weet van aanpakken want hij heeft mij nodig. Twee dagen later schrijft hij weer en hij pakt de zaken voortvarend aan. Letterlijk en figuurlijk ")).

Dag Anja,
ik wil mij niet opdringen, maar a.s weekend geven ze mooi weer door.
Zoals je weet heb ik een boot, en zou het zeer opprijs stellen, om dan een dagje met je te varen.
Hopend op een positief bericht,
laat het mij weten,
gr Roel.

Ik vind dit wel een leuke aanpak en besluit spontaan alle reserve te laten varen, mijn ervaringen tot nu toe niet als referentiekader te gebruiken en gewoon eens gek te doen en mee te gaan. Ik mail:

10 juni 2009
Hi Roel,
Als ik nu naar buiten kijk, kan ik me nog niet voorstellen dat het as weekend mooi weer wordt. Het regent hier pijpestelen.
Ik vind het een heel lief voorstel maar misschien is het handiger als we er eerst even een telefoontje aan wagen???
Ik ga me niet op een boot begeven met een wildvreemde meneer met wie weet wat voor woeste plannen ")). Levensgevaarlijk hoor, wat ons meisjes allemaal kan overkomen als we niet wikken en wegen.
groetjes, Anja

Is het pijpestelen of pijpenstelen?? In ieder geval regent het dat het giet. Roel wil blijkbaar graag een vaarmaatje voor die zaterdag want hij belt. Twee keer zelfs die woensdag.
Op 11 juni stuurt hij een paar foto's van de boot. Een forwarded mailtje waarin een beschrijving die hij heeft gestuurd naar een gegadigde, want de boot staat te koop. Ik lees over een stoere, stalen boot, groot achterdek, zwemplateau (daar zal ik in ieder geval geen gebruik van maken, brrrr), 6 slaapplaatsen (dat behoort tot de mogelijkheden maar daar kan ik nu nog niets over zeggen ")), ruime keuken enz. Het zal wel, ik zie het zaterdag.

Op zaterdag 13 juni rijd ik naar Leiden. Onderweg bedenk ik dat ik wel erg snel heb toegehapt, ik ken heel de man niet. Ik bel Roel en zeg: 'dit kan ik echt niet gedaan hebben.' Roel vat de humor niet en gaat uitleggen dat ik van hem niets te vrezen heb. Haha.
Ik pik Roel thuis op. Zo op het eerste gezicht een leuke vent. We schepen ons in en varen door een kanaal (geen idee) naar verschillende plassen (geen idee, iets van Braassemer??). In ieder geval varen we door een prachtig gebied met mooie huizen, mooie natuur, mooie plassen, op een mooie boot. Ik heb uiteraard steeds aan hem gevraagd waar we op dat moment langsvoeren maar ik weet het antwoord niet meer, het is bijna een jaar later als ik dit schrijf.
We zijn de hele dag onderweg en stoppen voor de lunch in een gezellig plaatsje. Dat heet natuurlijk 'meren aan voor de lunch'. Het is schitterend weer, ook op het water. Het zonnezeil komt zeer van pas.

Maar dan Roel zelf... Als hij net in de auto zit, hoor ik iedere paar seconden een knorrend geluid. Hij knort!! Als hij adem haalt, knort hij! Niet iedere keer, maar wel vaak. Veel te vaak. Jeesses, er zijn vast vrouwen die dat met engelengeduld gadehoren en die denken 'ach mijn Roel, de schat, hij knort'. Tenminste, zo denk ik dat het gaat want ik zie tal van vrouwen met mannen met akelige gewoontes, tics, gebaren, woorden enz. enz. en toch houden ze van ze. Voor mij niet weggelegd, zulke zachte gedachten, ik zou in no time zeggen dat ie knort en hem adviseren daar op te letten. De man heeft twee kinderen, jemig, waarom zeggen zij daar niks van? Hij zegt ook de hele tijd 'ja, ja, ja' en 'nee, nee, nee'. Eén keer is wel genoeg hoor Roel, maar goed, dat kan ik hebben. Van dat geknor echter word ik gaga. Je gelooft het toch niet.

En dan het samenzijn met Roel....hem kan ik iets vragen over varen, een sport waarvan ik tot nu toe niets begrijp. Nou, dat blijkt terecht. Die Nederlandse vlag die altijd wappert op zo'n boot? Daar heeft hij geen andere verklaring voor dan dat het vanzelfsprekend is, zodra je gaat varen hijs je de vlag. 'Hijs je de vlag', jargon waarschijnlijk want er wordt niks gehesen, de vlag wordt in een daarvoor bestemde houder gestopt. Doe toch normaal, daar zou ik op slag dwars van worden. Doen wat iedereen doet en verder niet nadenken. Ik wil geen Senseo en wel om dezelfde reden. Is er dan niemand onder het bootjesvolk die zelfstandig nadenkt? Iedereen doet het, dus ik ook?? Ik ben daar niet zo van. Iedereen vlagt als haar kind geslaagd is, ik niet. Ik bedenk zelf iets om buiten te hangen maar in ieder geval geen Nederlandse vlag. Mijn bedenksel was trouwens vele malen vrolijker en honderd maal aparter en ludieker.

Ook Roel vaart, net als Wietse, hetzelfde rondje. Al ontelbare malen. Wat kan de lol daarvan zijn? Ik zie mezelf al in mijn auto stappen met geen andere bestemming dan weer naar huis en dan steeds hetzelfde rondje, alleen om te rijden, ik hoef nergens naar toe. Iedere keer hetzelfde rondje want anders kun je met een boot niet thuis komen. Hoe afwisselend is dat? Alleen bij langere vaartochten worden er andere wateren bevaren. In vakanties ook, dan vaart Roel heel Nederland door. Voor mij is alles nieuw deze dag, ik ken het gebied niet en vind alles prachtig, maar als je dat allemaal als je broekzak kent?!? Wat is dit voor een wereld? Een schijnwereld, besluit ik.
Ik heb goed om me heen gekeken en het ziet er zo uit: aan het stuurwiel de mannen en de veelal te dikke vrouwen liggen of zitten in de zon of lezen een boekje. In 2011 ontmoet ik een man die werkzaam is in de botenbusiness. Hij beaamt dat de bootjeswereld er zo uitziet als ik heb geconstateerd, het ziet er uit zoals in voorgaande zin beschreven en in de volgende zinnen.
Zo'n man aan het roer bevaart in gedachten de wereldzeeën en dat zie je. Vaak staan ze zelfs aan het roer. HIER hebben zij het voor het zeggen. Kunnen ze zich interessant voelen, laat dat duidelijk zijn. Ontdekkingsreizigers voelen ze zich, Columbus op weg naar Amerika. 'Je moet op het water altijd alert zijn', zegt Roel. O ja, waarvoor dan? Er is niets om ons heen dan een enorme plas water. Het monster van Loch Ness misschien, dat een uitstapje maakt? Een haai die een salto maakt? Een onderzeeër die zonder uit te kijken naar boven komt? Maar jawel hoor, daar worden we gepasseerd door een snelle sloep en die vaart daarna voor ons langs. 'Zie je wel, je moet altijd alert zijn.' Mij niet duidelijk waarom maar het zij zo. Wat een rare wereld, al die in het werkelijke leven onbetekenende mannen die hier ineens admiraal zijn. Wat zielig.
Varen is een mannensport. Nergens een vrouw aan het roer, behalve op het schip waar ik me op bevind. Maar ondanks dat ik zeg al vaker gevaren te hebben, mag het toch maar even. Je geeft je geprivilegieerde plaats natuurlijk niet zomaar op. Overigens is het maar goed dat ik niet al te lang aan het roer zit, ik zet de boot op een gegeven moment bijna op de kant. Ik schrok me wezenloos maar kreeg ook de slappe lach. Dat kan niet, dat is hoogst ongepast, zo'n serieuze zaak als varen en dan krijgt zo'n vrouw de slappe lach omdat ze een fout maakt. Foei.
Onthoud even dat dit alles plaatsvindt onder voortdurend geknor van de zijde van Roel. Ja, ja, ja, ja.
Nog even over de bootjeswereld: Wietse gaf aan in de jachthaven geen leuke vrouwen tegen te komen. Ik vroeg hem of er geen alleengaande vrouwen zijn in de motorbootjeswereld. Nee, die zijn er niet. 'Hoe kan dat nou', vroeg ik, 'er gaan toch weleens mannen dood en dan blijven die vrouwen toch over?' Dat is uiteraard zo maar die vrouwen komen nooit meer terug en de boot wordt verkocht. Ik stond paf. Dat kan dus betekenen dat die vrouwen hun hele leven lang braaf met hun man hebben meegevaren terwijl het hun hobby niet is? Ze zijn nog raarder dan ik al dacht, de mensen van de motorbootjes.

Roel praat de hele dag. Zonder ophouden. En dan bedoel ik zonder ophouden. Waarover? WAT DENK JE ?! Over zichzelf natuurlijk. En over zijn boot. Welke boot hij nu op het oog heeft en binnenkort gaat kopen. Hoe moeilijk het is de huidige boot te verkopen. Welke gegadigden er zijn en zijn geweest.
Ik vraag hem naar dingen die mij wel interesseren. Huwelijk en wat ging er mis, wat heb je voor werk gedaan, relaties na huwelijk, kinderen, kleinkinderen. Hij vertelt en vertelt en praat en praat. Er is geen enkele interesse voor hetzelfde naar mij.
Op een gegeven moment weet ik echt niets meer te zeggen of te vragen, zit daar maar stil de verhalen over niets aan te horen. Waar moet ik het in godesnaam nog over hebben? Oké, de avonturen via de relatiesite dan maar. Roel is beledigd dat bijna alle vrouwen die hij aanschrijft negatief reageren over zijn snor. Ze vinden zijn snor, zijn trots!, onoverkomelijk. Ik wijs hem er voorzichtig op dat er in de afgelopen jaren een wat andere mening is ontstaan over snorren en baarden, dat die snor ietwat uit de tijd is. Maar daar kan geen sprake van zijn. Hoe kan ik zoiets zelfs maar denken! 'Die snor IS Roel', briest hij. Het is ook intriest als je identiteit in je snor zit en gezichtsbeharing raakt uit de mode. Hoe kom je er overheen?
Ik ben uitgevraagd. En hij hoeft van mij niets te weten. Eén wedervraag heeft hij gesteld, in een tijdspanne van elf uur 's morgens tot half tien 's avonds. 'Jij hebt kinderen?' 'Ja, twee dochters.' Verder dan alleen die mededeling gaat zijn interesse niet. Hoezo sociaal, zoals in zijn profiel staat?
Ik klap helemaal dicht, ben alleen maar stil. Ik verberg dat door te zeggen dat je van dat varen wel erg rozig wordt. Ik val echt zittend in slaap. Gaap. Zo saai, zo oorverdovend saai. Met bijgeluid, dat wel, hij knort nog steeds. Ja, ja, ja, ja.

Overigens heeft deze man, in tegenstelling tot Wietse, het varen wel goed geregeld. Hij wil ook niet alleen varen en heeft om die reden een groep mensen om zich heen verzameld die in de weekends en de twee maanden durende vakantie 's zomers, meevaren. Allemaal een week, ze komen naar de ligplaats en stappen op. Zo kan het dus ook. Je leven in eigen hand nemen. Hij heeft een paar fietsen aan boord zodat de omgeving verkend kan worden.
Ik vraag hem, bij wijze van grap want ik heb mijn verhaal over Wietse gedaan, of hij met al die opstappers in één bed slaapt. Nee, natuurlijk niet.
Roel nodigt ook mij uit voor een weekje varen in de zomer. Ik moet er niet aan denken. Ik vond deze dag al eindeloos lang duren. Dat zou betekenen dat ik de hele week over niks moet praten. Dan lig ik na twee dagen in een diepe coma. Dat zeg ik natuurlijk niet, ik zeg dat ik erover zal nadenken.

Volgens Roel heb je varen niet goed begrepen als je met je motorboot de Oosterschelde als favoriet vaarterrein hebt. 'De Oosterschelde is voor zeilers', zegt hij. Dat geloof ik natuurlijk niet zomaar. Mijn Wietse ")) weet heus wel wat van varen af. Ik vraag het later ter bevestiging aan een paar zeilers en ze zeggen allemaal hetzelfde. De Oosterschelde is voor zeilers, met een motorboot houd je contact met de wal. Je hebt niks te doen op een motorboot dus een beetje uitzicht op de wal is meegenomen. Die Wietse, zit al zijn weekends te vergallen met een mevrouw in wier gezelschap hij niet wil zijn en te verdoen aan een sport die hij niet begrijpt. En daar word ik verliefd op. Tjonge...

Terug in Leiden laat Roel mij zijn huis zien. Van onder tot boven, hij is er apetrots op dat hij dit allemaal met eigen handen heeft verbouwd.
Ter afsluiting van de dag gaan we Chinees halen. Ook tijdens en na het eten is Roel onafgebroken aan het woord en als ik om half tien naar huis ga, moet ik de conclusie trekken dat ik deze dag alleen maar iets te berde heb kunnen brengen op de momenten dat hij even naar adem hapte. Dit is niet voor herhaling vatbaar en al zeker geen hele week. Dat gaat niet gebeuren.

De volgende dag mail ik Roel om te bedanken voor het tochtje, het eten en de leuke dag. Tja, wat kun je anders, fatsoenshalve.

14 juni 2009
Hi Roel,
Ik wil even laten weten dat ik het een leuke dag vond gisteren. Het varen was leuk, ik heb dat nog bijna nooit gedaan. Het gebied waar we gevaren hebben vond ik erg mooi. We hebben het uitzonderlijk getroffen met het weer, zeker gezien de buien van vandaag. Lekker gegeten en veilig thuisgekomen. Kleurtje gekregen en schouders verbrand, toch niet goed genoeg ingesmeerd, denk ik ")). 
Avontuurlijk was het ook nog eventjes, toen ik je boot bijna op de kant zette ")). 
Bedankt voor alles en groetjes,
Anja

Roel schrijft terug met opnieuw de vraag of ik deze zomer een weekje mee wil varen.

16 juni 2009 
Hallo Anja, ja, het zonnetje, water en leuk gezelschap, het doet mij goed dat je hebt genoten van deze dag.
En wat je rug betreft, ik had gewoon wat langer je rugje moeten masseren, maar je krijgt een herkansing.
Mijn vraag aan jou, heb je interesse om van de zomer met mij een weekje te gaan varen, gewoon als vrienden, dan hoor ik dat graag van je, Roel. 

Ik zit tegen het antwoord op deze vraag aan te hikken want ik moet nee zeggen en ik ben daar toch zo slecht in.

vrijdag 26 juni 2009
Hoi Roel,
Het heeft even geduurd maar nu heb ik de tijd je te antwoorden.
Een weekje varen in de zomervakantie, dat is al heel snel. Ik heb mijn vakantie al redelijk vol gepland. Mocht je echt voor een week niemand hebben, laat het dan even weten, dan kijk ik nog even in de agenda. Een lang weekend varen, dat zou beter passen. Ik werk niet op vrijdag, dus dan duurt een weekend drie dagen.
Maakt niet uit of het na de zomervakantie of in de herfst of in mei is. Als je gelegenheid en zin hebt, hoor ik het wel.
groetjes, Anja.

Tuurlijk wil ik niet een lang weekend varen. Ik noem met opzet verweg periodes, dan kan het ongemerkt voorbij gaan. Roel heeft er notitie van genomen, neem ik aan, want ik krijg geen antwoord.

Maar helaas, zo makkelijk kom ik er niet van af. Op een dag belt Roel. Eén van zijn opstappers heeft afgemeld en of ik toch een weekje mee wil varen. Ik geef aan dat veel te lang te vinden maar vind het tegelijkertijd vervelend voor hem. Een paar dagen, geef ik aan. Hij is er blij mee.
Een paar dagen dus. En die gaan in de dagen na het telefoontje zwaarder en zwaarder wegen. Ik zie er als een berg tegenop. Ik lijk wel gek. Ik zeg ja tegen iets waar ik absoluut geen zin in heb om iemand te plezieren waar ik geen enkele verplichting aan heb. Die niets meer heeft laten horen na de mail waarin ik aangaf niet mee te gaan. Onbesnoeide plurk. Ik ga het niet doen en zal dat moeten meedelen. Daaaaagen duurt het voor ik de telefoon pak. Dan krijg ik een mailtje waarin Roel vraagt:

20 juli 2009
Hallo Anja, ben je al in stemming om aan te monsteren, ik bel je later deze week, groetjes Roel

Ik moet dus echt bellen, ik kan het nu niet langer uitstellen. Op zondag denk ik 'maandag' en op maandag denk ik 'dinsdag' en zo gaat dat nog even verder maar tenslotte trek ik de stoute schoenen aan en toets zijn nummer. Voicemail !!! Heb ik even geluk! Yippie-a-yeh!! Ik spreek in dat ik niet mee ga varen omdat ik er geen zin in heb en wens hem veel plezier tijdens zijn vakantie.
Zo, dat is afgehandeld.